Slaapoefentherapie bij baby's

Slaapoefentherapie voor een brede kijk op de babyslaap

Jouw baby zal niet altijd slapen als een roosje. Het slaapritme van je baby en jullie eigen bioritme lopen niet synchroon. Baby’s slapen lukraak, zij hebben nog heel wisselende slaaptijden. Ik zal uitleggen hoe de babyslaap in elkaar zit en wat jonge ouders kunnen doen wanneer de baby (veel) huilt of werkelijk een slaapprobleem heeft.

Dag-nacht ritme van je baby

Baby ‘s onder de 6 maanden hebben nog geen duidelijk dag-nacht ritme. Ze slapen multifasisch. Baby’s hebben gemiddeld nog 14-17 uur slaap nodig per etmaal en dit nemen zij hoe het hun uitkomt. Zeker niet altijd hoe het de ouders uitkomt. Dit is lastig maar wel puur natuur. Geregeld wordt er door ouders gezegd: “Mijn baby slaapt nog niet door en hij is al 8 weken oud…”. Dit klopt dus gewoon. Het zou zelfs uitzonderlijk zijn als zo’n kleine baby al wel zou doorslapen. Wakker zijn in de nachts met steeds kleine slaapjes van 45 minuten tot 2 uur is heel normaal op die leeftijd. Een slaapcyclus van een baby duurt om en nabij de 45 minuten.

Het babybrein ontwikkelt zich erg snel en er ontstaat uiteindelijk wel een slaapritme alleen merk je daar de eerste maanden nog niet zoveel van… Pas na een half jaar is het brein zo ver ontwikkeld dat er rustig en gestaag een bioritme ontstaat wat een langere nachtslaap geeft en twee slaapjes overdag (trifasisch slapen).

Hieruit mag je concluderen dat een baby zelfs de eerste 6 a 7 maanden niet hoeft “door te slapen”. “Doorslapen” houdt in: ongeveer 6 uur achter elkaar ononderbroken slapen.

Ontwikkelings
sprongetjes en slaapregressiepunten. Wat zijn dit?

Ontwikkelingssprongetjes zijn momenten dat je baby “ineens” iets nieuws kan. Het leert jou met de ogen te volgen, omrollen, voetjes pakken, opdrukken, kruipen, zitten , praten. . .  etc

Slaapregressiepunten zijn er rond de  4 maanden, 8 maanden en 12 maanden. Dan slaapt je baby waarschijnlijk even slechter door de slaapontwikkelingsmomenten. Deze kunnen soms wel 6 weken duren. Je baby slaapt dan anders, hij gooit het slaapritme wat bestond om en kan soms korter, langer, rommeliger of (on)rustiger slapen.

Slaperig of (over)vermoeid?

Rust, ritme en regelmaat is belangrijk voor de ontwikkeling van een goed slaapritme. Je kunt dus niet vroeg genoeg beginnen aan de voorwaarden te werken voor een gezond slapend kind. Vaste (slaap)rituelen, een vaste slaapplek, duidelijk ritme in de dag, vaste gewoontes helpen je kind om te “leren” slapen. De baby gaat begrijpen dat het slapen gaan voorspelbaarheid is.

Leer als ouders de verschillende signalen kennen van slaperigheid en oververmoeidheid. Dit zijn twee aparte dingen.

Bij slaperigheid is het bedtijd. Je baby kan dan wel huilen maar dit is meer een “slaaphuiltje”. Bij oververmoeidheid ben je te laat met naar bed brengen en zal je baby harder huilen, rusteloos zijn en het is moeilijker om de kleine te kalmeren.

Slaperigheidssignalen:

• In oogjes wrijven
• Jengelen
• Gapen
• Staren
• Vingers in de mond
• Speen zoeken
• Handjes in vuisten

Oververmoeidheidssignalen (overprikkeling):

• Zich overschreeuwen
• Vechten tegen de slaap
• Opgejaagd
• Rusteloos
• Boos worden
• Heel actief worden

De signalen gaan herkennen

Juist omdat baby’s nog geen duidelijk dag- nachtritme hebben help je ze met ankerpunten in de dag. Eettijd, speeltijd, slaaptijd, buitentijd, tijd van licht en tijd van donker  kunnen voorbeelden zijn van ankers.

Hou de (tussen)tijd in de gaten dat je kind wakker is. Een pasgeboren baby is per keer ongeveer 45-60 minuten wakker, daarna komt de slaaptijd alweer in zicht. Is je pasgeboren baby na meer dan een uur nog wakker, dan heb je grote kans dat je de slaperigheidssignalen hebt gemist. Je baby ontregelt dan en is lastiger te troosten en te kalmeren. Door de slaperigheidssignalen te leren kennen en de baby in bed te leggen, wordt het inslapen voor de baby makkelijker.

Oververmoeidheid maakt slapeloosheid.

Voldoende slaap maakt het slapen makkelijker.